7 No. 27. VEEMARKTBEDRIJF. Algemeen. Een der leden vraagt, of er al iets te zeggen is omtrent de inkomsten van de onlangs ingestelde veertiendaagsche proef- markt. OPENBAAR SLACHTHUIS. Baten No. 2. Keurloonen. Meerdere leden stelden voor, de slacht- en keurloonen te verlagen in deze gemeente. Dit is niet alleen wenschelijk, maar ook noodzakelijk om aan de rechtmatige grieven tegen de be staande regeling tegemoet te komen. Een dier grieven is, dat de slacht- en keurloonen te hoog zijn. Daardoor wordt een belangrijk voedingsdeel zwaarder belast dan noodig is en worden de bedrijfskosten der slagers onnoodig opgevoerd. Een tweede en belangrijker grief is, dat in randgemeenten, waar de slacht- en keurloonen tegen verlaagde tarieven wor den verricht, deze kosten dus niet zoo hoog zijn, waar nog bij komt, dat de vervoerkosten van het vleesch in Ginneken of Princenhage geslacht dezelfde zijn als de Bredasche sla gers betalen voor het vervoer van het slachthuis naar den winkel. De Bredasche slagers, die dus gebruik maken van het Openbaar Slachthuis, worden hierdoor onevenredig belast. Het is bovendien opvallend, dat juist de slagers, die geen gebruik maken van het Openbaar Slachthuis, de behaalde voordeelen aanwenden, tot het ontwikkelen van een concurrentiestrijd, welke zoodoende ongewenscht en onbillijk mag worden ge noemd. Wanneer in deze onderhavige materie geen veran dering wordt gebracht, behoeft het wel geen nadere toelich ting, of nog meerdere Bredasche slagers zullen dit voorbeeld gaan volgen, wat vanzelfsprekend zijn terugslag zal moeten vinden op de exploitatie van het Openbaar Slachthuis. Een lid meent daarentegen, dat het batig saldo van vorige dienstjaren te danken is aan de afslachting van runderen van regeeringswege en dat daarom verlaging van tarieven niet wenschelijk is, omdat hij vreest, dat het bedrijf in de toe komst zal verliezen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1936 | | pagina 77