No. 253. - 2 vroeger strooken grond „om niet" aan de gemeente kunnen zijn overgedragen, wordt vermeden. Belast zijn derhalve uitsluitend die ingebruiknemingen, waarbij voor den gebruiker een dadelijk aanwijsbaar nut te constateeren valt en voor de gemeente een last, hetzij in den vorm van hinder, hetzij in den vorm van noodzakelijke con trole. In overeenstemming daarmede zijn de hoogten der hef fingen ongeveer bepaald, waarbij de rechten over het alge meen meer naar den lagen dan naar den hoogen kant lijken geprojecteerd. Van verdere toelichting meenen wij ons ontslagen te mogen rekenen. De bepalingen lijken voor zich voldoende duidelijk. Wij hebben de eer U voor te stellen, bijgaande heffings- en invorderingsverordeningen vast te stellen. Burgemeester en Wethouders van Breda; VAN SLOBBE, Burgemeester. VAN WOENSEL, Secretaris. ONTWERP-VERORDENING op de heffing van rechten wegens het gebruik van en wegens het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor den openbaren dienst bestemden gemeentegrond of voor den openbaren dienst bestemd gemeentewater. Artikel 1. Van ieder, die voor een der hierna omschreven doeleinden gebruik maakt van voor den openbaren dienst bestemden ge meentegrond of voor den openbaren dienst bestemd gemeente water, wordt een recht geheven als in de volgende artikelen bepaald.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1936 | | pagina 780