7
No. 253.
jaar of tot wederopzeggens is verleend, in welk geval voor
uitbetaling per jaar plaats heeft.
Het belastingjaar loopt van 1 Januari tot en met 31 De
cember. Worden vergunningen, tot wederopzeggens verleend,
in den loop van een belastingjaar verleend of ingetrokken,
dan wordt het recht voor een evenredig gedeelte geheven,
onderscheidenlijk teruggegeven. Deze teruggave heeft niet
plaats indien de vergunning wordt ingetrokken op verzoek van
den belanghebbende of wegens niet nakoming der gestelde
voorwaarden.
Een houder van een vergunning tot wederopzeggens ver
leend, die daarvan geen gebruik meer wenscht te maken, geeft
daarvan kennis aan Burgemeester en Wethouders. Zoolang
deze kennisgeving niet is geschied, blijft het recht verschul
digd.
Artikel 10.
Indien blijkt, dat geen of een te gering recht is geheven,
wordt het verschuldigde nagevorderd, voorzoover nog geen
drie jaren zijn verstreken sinds het tijdstip in het eerste lid
van artikel 9 genoemd.
Het na te vorderen bedrag wordt met het viervoud daarvan
verhoogd, indien de heffing is achterwege gebleven, doordat
de belastingplichtige zonder geldige vergunning het gebruik
of genot heeft gehad van de in deze verordening bedoelde
werken, bezittingen of inrichtingen, tenzij op grond van dwa
ling, verschoonbaar verzuim of niet aan den belastingplichtige
te wijten oorzaken redenen aanwezig zijn om deze verordening
niet toe te passen.
Artikel 11
Onjuist gebleken aanslagen kunnen door Burgemeester en
Wethouders ambtshalve worden vernietigd of verminderd.
Artikel 12.
ge-
een
Voor de toepassing dezer verordening gelden bij verschil
van meening uitsluitend de opmetingen, gedaan door de door