254 No. 254. BIJLAGEN 1936. SCHRIJVEN, daarbij ter vaststelling aanbiedende ontwerp-verordeningen op de heffing en invordering van een belasting op tooneelvertooningen en andere vermakelijkheden. 4 November 1936, No. V/3002. Aan den Gemeenteraad. Bij de behandeling van de ontwerp-gemeentebegrooting 1936 is door Uw lid, den heer Mabelis, een voorstel inge diend om de hier ter stede bestaande belasting op de open bare vermakelijkheden om te zetten in een belasting op alle vermakelijkheden. Ons College heeft dat voorstel in ernstige overweging ge nomen en is tot de slotsom gekomen, dat invoering van een belasting, als door den heer Mabelis bedoeld, op twee gron den aanbeveling verdient. De eerste grond is deze, dat niet is in te zien, waarom vermakelijkheden louter op grond van het feit, dat zij in juri- dischen zin niet openbaar zijn, vrij van belasting zouden moeten zijn. Er zijn immers verschillende vereenigingen, die uitsluitend of nagenoeg uitsluitend ten doel hebben verma kelijkheden voor hun leden te organiseeren, terwijl de moge lijkheid van het lidmaatschap in ruime mate is opengesteld. De tweede grond is, dat de Gemeente, wil zij voor het jaar 1937 tot een sluitende begrooting kunnen geraken, den teruggang van de opbrengst der vermakelijkheidsbelasting op eenigerlei wijze zal moeten remmen. Indien zulks mogelijk zou zijn zonder in onbillijkheden te vervallen, dan dient naar verwezenlijking gestreefd. In bijgaande ontwerp-heffingsverordening is getracht een juiste regeling te verwezenlijken. Deze verordening wijkt uiteraard uit redactioneel oogpunt af van de verordening in 1924 vastgesteld (G.B. Nr. 518). Essentieel is echter slechts op een tweetal punten ingrij pende wijziging gebracht. Het eerste, reeds hierboven genoemd, heeft betrekking op de belasting van vermakelijkheden, die in juridischen zin niet openbaar zijn. Het zijn de vermakelijkheden, die door

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1936 | | pagina 791