No. 254 - 2 - een vereeniging worden gegeven. Deze materie is geregeld in artikel 4, onder I, lid 4. Aldaar is in de tweede alinea bepaald, dat 20 c/c belasting betaald wordt van zoowel van leden als van niet-leden ont vangen toegangsgeld. indien de leden toegang hebben tegen een lager entrée- geld dan niet leden, dan wordt óf de belasting daarenboven geheven van de contributie der leden óf wordt een lid geacht denzeifden toegangsprijs als een niet lid te hebben betaald. De vereeniging heeft de keus tusschen de twee soorten belastingheffing. Verschillende bepalingen mitigeeren de uitwerking, b.v. door de erkenning van de gezinsdiploma's, door vrijstelling voor patronaten e.d. in bepaalde omstandigheden, enz. Het ter zake van de vereenigingen gekozen systeem wil juist voorkomen. Bij vereenigingen immers, die uitsluitend of nagenoeg uitsluitend ten doel hebben het geven van ver makelijkheden voor hare leden, vormt de contributie een in- haerent deel van den toegangsprijs tot de vermakelijkheden. Het is derhalve logisch, dat, behalve over het bedrag, dat van het lid voor het bijwonen der vermakelijkheid aan de kassa wordt ontvangen, ook belasting betaald wordt over de som, die bij het begin van het vereenigingsjaar bij wijze van contributie ineens wordt geïnd.Uiteraard geldt dit niet voor vereenigingen, welker eigenlijke doel niet ligt op het gebied der vermakelijkheden, doch die zoo nu en dan slechts een vermakelijkheid organiseeren en overigens haar werk zaamheid elders zoeken. De contributie kan dan minder ge acht worden een inhaerent deel van den toegangsprijs voor de vermakelijkheid te zijn. Door aan de vereeniging zelve de keus te laten: le. of zij de belasting voor haar leden wil voldoen door hen voor elke vermakelijkheid afzonderlijk te doen behandelen alsof zij toegang hadden op gelijken voet ais de niet-leden, ófwel 2e. dat zij deze bijbetaling voor de leden jaarlijks ineens wil afkoopen door 20 te betalen over het bedrag der contri butie, wordt bereikt, dat er geen moeilijkheden te duchten zijn over de vraag, of de contributie in haar geheel voor een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1936 | | pagina 792