HOOFDSTUK VIII 9 10 12 13 14. De nadeelige saldi van deze hoofdstukken wijken niet af van die voor 1935. HOOFDSTUK VIII - 15. Het nadeelig saldo op dit hoofdstuk is 6650.hooger dan voor 1935, zijnde een gevolg van de volgende oorzaken: Ontvangsten: Lagere raming: 124. Schoolgelden3100. 127. Bijdragen bijz. nijverh. onderw. 500. Hoogere raming: 126. Subsidie Rijk ambachtsschool 800.— 130. verhaal pensioensbijdragen 1300. 131a. opbrengst verkochte voorwer pen 400.— 3600- 2500. Saldo lagere raming ontvangsten 1100.— Uitgaven: Hoogere raming: 671. Kosten ambachtsschool 7000.— 673. Subsidie nijverh.scholen 500. 683. Kosten pensionneering 700. 687. bijdrage a.d. kapitaaldienst 250. Lagere raming: 672. kosten avondschool 1300- 678. bijdr. aan gemeenten 200- 684. rente geldleening 1400- 8450.- 2900.- Saldo hoogere raming uitgaven 5550. waardoor een hoogere raming van het nadeelig saldo tot een bedrag van6650. HOOFDSTUK VIII - 16. Het nadeelig saldo op deze paragraaf is met ruim 1000.— gestegen, omdat de navolgende uitgaafposten hooger moesten worden geraamd:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1936 | | pagina 7