No. 254 14 12 bedoelde ambtenaren is kennis gegeven, dat geen geldige toegangsbewijzen van een of anderen toegangsprijs meer aan wezig zijn, behoudens de uitzonderingen, bedoeld in artikel 8, le lid. 3. Een verhooging als bovenbedoeld wordt niet toege past, indien de feiten, welke tot de navordering aanleiding gaven, te wijten zijn aan dwaling of verschoonbaar verzuim van de zijde van den belastingplichtige. Artikel 15. Voor de toepassing van de artikelen 299 en 300 der Ge meentewet, treedt de gemeente-ontvanger in de plaats van den Raad, van Burgemeester en Wethouders of van den Burgemeester. Artikel 16. Waar in deze verordening gesproken wordt van den ge meente-ontvanger, wordt, bij diens afwezigheid of ontsten tenis, daaronder verstaan diens plaatsvervanger. Artikel 17. Deze verordening treedt in werking op den eersten Januari 1937. Alsdan vervalt de verordening op de heffing eener belasting op openbare vermakelijkheden, vastgesteld door den Raad der gemeente Breda den 22sten December 1924 met de daarin later aangebrachte wijzigingen. Aldus vastgesteld door den Raad der gemeente Breda in zijn openbare vergadering van 1936. Voorzitter. Secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1936 | | pagina 804