9
No. 255.
HOOFDSTUK VIII. Par. 14.
Terwijl de raming der totaal-ontvangsten vrijwel constant
bleef, daalden de geraamde uitgaven met ruim 1.400,
waardoor het nadeelig slot een vrijwel overeenkomstige ver
laging te zien geeft.
Deze verlaging vindt haar oorsprong in een lagere raming
der kosten van de gymnasia (volgno. 658) en der kosten
van pensionneering (volgno. 660).
HOOFDSTUK VIII. Par. 15.
Bij een vergelijking van de eindcijfers van dit hoofdstuk
met -die der begrooting van 1936 blijkt, dat de ontvangsten
daalden met rond 9.000,-en de uitgaven met ruim
16.000,waardoor het nadeelig slot een teruggang van
rond 7.000,te zien geeft.
De daling der ontvangsten wordt in hoofdzaak veroor
zaakt door de lagere raming van het rijkssubsidie voor de
ambachtsschool en de avondschool voor ambachtslieden
(volgno. 126). Parallel hiermede konden de uitgaven voor
deze onderwijsinrichtingen (volgno. 671 en 672) eveneens
lager worden geraamd.
Verder bleek, dat met een lagere raming van de gemeen
telijke subsidie aan de bijzondere nijverheidsscholen (volg
no. 673) kon worden volstaan, terwijl ook voor verzekering
er, pensionneering (volgno. 683) een lager bedrag noodig
was.
HOOFDSTUK IX. Par. 1.
Wegens ondersteuning aan behoeftigen wordt voor 1937
49.450,meer geraamd dan voor 1936. De uitgaven te
dezer zake stegen met ruim 55.000,—, de ontvangsten met
ruim 5.700,In beide is evenwel begrepen een bedrag
van 4.400,wegens hoogere ontvangsten en uitgaven ter
zake van de distributie van vleesch, margarine, kaas en
groenten. De eigenlijke stijging der totale ontvangsten en
uitgaven op deze paragraaf wordt daardoor teruggebracht
tot respectievelijk ruim 1.000,en 50.000,