b. ingevolge artikel 96 der Gemeentewet tijdelijk met het
ambt van wethouder is belast geweest, over den tijd van
het tijdelijk wethouderschap.
3 -
No. 259.
dien de afwezigheid langer dan drie achtereenvolgende maan
den heeft geduurd.
Artikel 4.
Geen aanspraak op pensioen of wachtgeld heeft hij, die:
a. ophoudt wethouder te zijn tengevolge van vervallen
verklaring krachtens de artikelen 28 of 95 der Gemeente
wet of ingevolge artikel 28 van het Wetboek van Straf
recht
Artikel 5.
Aanspraak op het weduwenpensioen heeft de weduwe, wier
echtgenoot op het tijdstip van overlijden aanspraak had op
pensioen als wethouder, of wier echtgenoot op het tijdstip van
overlijden wethouder was en aanspraak op pensioen zou ge
had hebben of op 65-jarigen leeftijd pensioen als zoodanig
zou hebben gekregen, indien hij op het tijdstip van overlijden,
ontslag als wethouder genomen had. Het weduwenpensioen
bedraagt de helft van het pensioen, dat de wethouder of
gewezen wethouder na aftreding of na pensionneering zou
hebben genoten of genoot tot een maximum van 1.400.
Het weduwenpensioen vervalt bij overlijden of hertrouwen
van de weduwe en herleeft bij ontbinding van het later huwe
lijk door overlijden.
Artikel 6.
Geen recht op weduwenpensioen heeft de weduwe van een
overleden wethouder, indien het huwelijk is gesloten, nadat
de wethouder den 65-jarigen leeftijd had bereikt of nadat hij
ophield wethouder te zijn, tenzij hij daarna opnieuw wethou
der wordt, in welk geval het weduwenpensioen wordt bere
kend over dit laatste wethouderschap.