No. 259.
- 8
wie de bekleeding van het ambt daarna niet werkelijk onder
broken is, de bepalingen van de verordening op de pension-
neering van de wethouders, vastgesteld bij raadsbesluit van
12 Februari 1935 (G.B. 596) van kracht, voorzoover zij in
verband met de tijdsomstandigheden niet zullen worden ge
wijzigd.
Artikel 15.
Deze verordening wordt geacht te zijn in werking getreden
op 1 April 1936 en tegelijk wordt geacht vervallen te zijn
de verordening op dit stuk, vastgesteld bij raadsbesluit van
12 Februari 1935 (G.B. 596).
Gewezen wethouders, die bij het in werking treden van
deze verordening in het genot zijn van wethouderspensioen
ingevolge een vroeger bestaande verordening, blijven in het
genot van dit pensioen op den grondslag van de daarop be
trekking hebbende bepalingen en voorzoover zij in verband
met de tijdsomstandigheden niet zullen worden gewijzigd.
Aldus vastgesteld door den Raad der gemeente Breda in
zijn openbare vergadering van 1936.
Voorzitter.
Secretaris.