d. de op voormeld perceel Sectie D. nr. 3252 te bouwen villa's zullen elk met tuin een frontbreedte moeten hebben van tenminste 20 M. No. 278. 2 of gemaakt, als bedoeld bij artikel 2 der Wet van 2 Juni 1875, Stbl. nr. 75; Evenmin mogen op het gekochte huizen worden gebouwd, bestaande uit verschillende woningen met afzonderlijken toe gang; Het perceel le Munstraat hoek Rustlandstraat is het hooger genoemde perceel eertijds bekend Sectie D. nr. 3252. Het perceel Sectie D. nr. 3250 valt buiten de onderhavige kwestie. Wat betreft het onder a. genoemde servituut, hieraan vol doen de voorgevels in de le Muntstraat, behoudens een erker die uiteraard iets minder van de perceelgrens is ver wijderd. De vergunning voor het bebouwen van het perceel in kwestie kon niet worden geweigerd op grond van het bestaan van een servituut. De Woningwet laat een dergelijke weigering niet toe. Onjuist is ook, dat in de servituten wijziging zou zijn gebracht. De servituten bestaan nog onverkort en de vorige eigenaar heeft er formeel aan voldaan, o.a. door de villa aan de le Muntstraat te verkoopen, als in rood omlijnd op bijgaande teekening*) is aangegeven, waardoor de beide woningen aan de le Muntstraat eveneens een frontbreedte van 20 M. of meer hebben. Burgemeester en Wethouders van Breda; VAN SLOBBE, Burgemeester. VAN WOENSEL, Secretaris. Ligt ter visie in de Leeskamer.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1936 | | pagina 874