No. 282. 2 - Het uitvoeren van groote werken geeft voor de werkver ruiming hier ter plaatse niet een resultaat, dat eenigszins evenredig is aan daarvoor gemaakte kosten. Bij deze werken zal steeds een zeer groot deel der uitgegeven bedragen buiten de gemeente terecht komen. Bovendien heeft het uiteraard ook het gevolg, dat in den vorm van bijdragen aan den kapitaaldienst en/of rente en aflossing van voor die werken gesloten geldleeningen, de gewone dienst der gemeente weer wordt bezwaard, hetgeen tot belastingverhooging of tekorten leidt. Overigens kan niet worden gezegd, dat de gemeente op dit gebied stil zit, zooals blijkt uit de gemeente-rekening 1935. Blijkens die rekening bedroegen de buitengewone uitgaven voor openbare werken enz. 188.619,43 en voor de bedrij ven 332.123,54. Aangenomen, dat de laatstgenoemde ge heel productief zullen zijn, dan wordt toch nog de gewone dienst verhoogd met de rente en aflossing van eerstgenoemd bedrag, zijnde het resultaat van één dienstjaar. Voor de volgende jaren is o.m. een plan in bewerking om te komen tot een verkeersverbetering in het Noorden van de stad, ter plaatse van de Trambrug, de Gasbrug en den Belcrum-overweg. De uitvoering van de daarvoor noodige werken zal een niet onaanzienlijke werkverruiming scheppen. Aan de instelling eener commissie met als taak het instellen van een onderzoek naar mogelijk uit te voeren groote wer ken bestaat geen behoefte. Wat de „uitkeering" uit het werkfonds betreft, kunnen wij slechts herhalen wat reeds vroeger daaromtrent door ons werd opgemerkt, n.l. dat deze zgn. uitkeeringen slechts be treffen leeningen, waarvan na het gereed komen der werken aflossing en na enkele jaren ook rente moet worden betaald. Bij het gezochte contact met het werkfonds, bleek onze mee ning, dat dit lichaam kapitalen verstrekt in den vorm eener geldleening, juist. In het gunstigste geval behoeft van een dergelijke leening gedurende de eerste vijf jaren geen rente te worden betaald. Daarna is een rente verschuldigd naar een percentage, dat ongeveer zal overeenkomen met den hui- digen rentestand. Met de aflossing moet worden begonnen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1936 | | pagina 900