No. 282. 10 HOOFDSTUK III. Algemeene Beschouwingen. Betreffende de vraag, of Burgemeester en Wethouders wil len komen met een wijziging der verkeersverordening (be doeld zullen zijn de verkeersvoorschriften) in dien zin, dat het mogelijk wordt gemaakt om automobilisten de binnen stad te laten bereiken om zoodoende hun inkoopen in dc stad te kunnen doen, daar anders te veel automobilisten naar de buitenwijken gaan, kan worden opgemerkt, dat het den automobilisten mogelijk is de binnenstad te bereiken. Slechts mag niet in elke willekeurige straat worden geparkeerd, het geen met het oog op de verkeersveiligheid niet te vermijden is. Verschillende parkeergelegenheden zijn in de binnenstad aangewezen. Indien men bedoelt te bereiken, dat voor eiken winkel met een auto moet kunnen worden geparkeerd, dan streeft men iets na, dat in redelijkheid niet te verwezenlij ken is. Overwogen zal worden een parkeerverbod voor de Nieuw- straat. De onjuistheid van de verkeersregeling bij het Diacones- senhuis wordt erkend; een wijziging daarvan, alsmede van de op- en afritten van de daarbij gelegen brug, is in on derzoek. Instelling van een verkeerscommissie zal worden over wogen. Zonder nadere aanduiding kan niet worden ingegaan op de meening, dat het optreden der politie niet in overeen stemming zou zijn met de rechten der minderheidsgroepen. Toegegeven wordt, dat sterker kan worden gelet op b.v. het rechts houden door voetgangers in de straten der bin nenstad. De actie daartoe wacht op de invoering van de nieuwe politieverordening, waarover nog onderhandelingen met Gedeputeerde Staten gaande zijn. Toezicht op het rijwielverkeer in de Ginnekenstraat op Zaterdagavond wordt zooveel doenlijk bevorderd. De toe stand is reeds veel verbeterd sinds die straat in één richting voor bedoeld verkeer is gesloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1936 | | pagina 908