No. 286.
- 2
Werd aan de Chr. H.B.S. te Dordt b.v. 50.per Breda-
schen leerling subsidie verleend, dan is niet in te zien op
grond waarvan b.v. aan het St. Gertrudes-Lyceum te Roo
sendaal, dat 51 meisjes-leerlingen uit Breda telt, een subsidie
van 51 X 50.2550.(per jaar) zou kunnen wor
den geweigerd. Dat voorbeeld, hetwelk met nog meerdere
is aan te vullen, moge voldoende zijn om de financieele con
sequenties van een dergelijken stap te belichten. Een nauw
keurig nagaan wat hij zou kunnen kosten, zou een uitgebreid
onderzoek bij tal van scholen met zich brengen, aangezien
hier niet bekend is, welke scholen Bredasche leerlingen heb
ben. Het voorbeeld van Roosendaal bewijst echter reeds, dat
met beduidende bedragen zal moeten worden rekening ge
houden. Er zijn tal van onderwijsinrichtingen voor meisjes
buiten deze gemeente en verschillende inrichtingen van een
bijzondere richting als in deze gemeente niet worden aan
getroffen.
Wij meenen Uw College in ernstige overweging te moeten
geven zeker in dezen tijd dergelijke subsidies niet in te stel
len. De beste waarborg voor het beperken dezer subsidies is
gelegen in het handhaven van het tot heden aanvaarde cri
terium, dat beslissend blijft de vraag, of de bekwaamheid,
waarop het betreffende onderwijs buiten de Gemeente zich
richt, al of niet aan een instelling te dezer stede te verkrij
gen is.
Naar aanleiding van bovenaangevoerde argumenten en
mede in verband met hetgeen door ons ter zake werd opge
merkt in ons prae-advies dd. 20 October j.l. No. V/2816 (zie
bijlagen 1936, No. 234) zijn wij van oordeel U nogmaais
in overweging te moeten geven, op het verzoekschrift af
wijzend te beschikken.
Burgemeester en Wethouders van Breda;
VAN SLOBBE, Burgemeester.
JASPERS, loco-Secretaris.