- 3 - No. 290. voorkomen, dat het zeer gewenscht, zoo niet noodzakelijk is, dat alle gemeenten, althans zeker de grootere, welke zich tot medewerking bereid verklaren, zooveel mogelijk hulp verleenen op dezelfde wijze en tot dezelfde bedragen. Waar het fonds regionaal moet werken, o.a. met gelden van de deelnemende gemeenten, ligt het voor de hand, wil men moeilijkheden voorkomen, dat alle gemeenten in de kosten van het fonds bijdragen. Als b.v. een inwoner van Bergen op Zoom en één uit Breda 250.1 crediet krijgen, dan vergt de billijkheid, dat Bergen op Zoom en Breda gelden in de regionale kas hebben gestort. Blijkens door ons verkregen inlichtingen hebben 15 kleinere gemeenten in West-Brabant gelegen, geen medewerking ver leend. In andere gemeenten is de beslissing op het verzoek aangehouden. Zoolang niet vaststaat in welken vorm ge meenten haar medewerking verleenen, is het ook voor Breda zaak voorzichtig te zijn. Het gaat immers niet aan, de ge vraagde gelden in de regionale kas te storten en inwoners van gemeenten, welke zich afzijdig hielden, daarvan te laten profiteeren. In elk geval zal, bij medewerking Uwerzijds, de voorwaarde moeten worden gesteld, dat borgstellingen alleen worden verleend aan inwoners van die gemeenten, welke financieel hebben bijgedragen. Hierdoor is het be zwaar, dat gemeenten zich afzijdig houden, ondervangen. Zoolang bovendien niet vaststaat, of alle gemeenten, welke financieel bijdragen, dit doen in den vorm als door de Kamer van Koophandel en Fabrieken wordt gevraagd (Kapitaal en/ of Inkomen), is het gewenscht, dat Breda voorloopig volstaat met het toekennen van een bijdrage van 2 cent per inwoner over 1937. Daarbij kan worden toegezegd, dat jaarlijks het opnieuw toekennen van een bijdrage onder oogen zal wor den gezien. Op die manier bestaat er een waarborg, dat Breda niet in ruimere mate gaat bijdragen dan andere ge meenten. Blijken alle deelnemende gemeenten voor kapitaals verstrekking te gevoelen, dan kan Breda nog altijd zijn stand punt herzien. Op deze wijze kan de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Westelijk Noord-Brabant weten, dat deze gemeente in beginsel zeer zeker bereid is haar streven te

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1936 | | pagina 941