No. 46. 46 BIJLAGEN 1937. VOORSTEL tot het verleenen van een voorschot op de vergoeding ex art. 101 der L.O. wet 1920 over het jaar 1937 aan de besturen van bijzondere lagere scholen. 4 Maart 1937, No. V/946. Aan den Gemeenteraad. Ingevolge het bepaalde in artikel 103, sub 3 der Lager Onderwijswet 1920, zijn van de besturen der in deze ge meente gevestigde bijzondere scholen voor gewoon en uit gebreid lager onderwijs, inliggende verzoekschriften in gekomen om uitkeering van het voorschot op de gemeente lijke vergoeding, bedoeld in artikel 101 dier wet over 1937. Dit voorschot mag, overeenkomstig artikel 103 sub 3 der Lager Onderwijswet, ten hoogste 80 bedragen van het geen volgens de laatst gesloten (d.i. door Gedeputeerde Sta ten vastgestelde) gemeenterekening, i.e. de rekening over 1934, voor de overeenkomstige openbare lagere scholen te zelfder zake is uitgegeven. In Uw vergadering van 6 November 1936 zijn de kosten over 1934 der openbare scholen voor gewoon lager onder wijs vastgesteld op 9,87 en der openbare school voor uit gebreid lager onderwijs op 14,32 per leerling (zie Bijlagen 1936, no'. 235). Om te voorkomen, dat de definitieve vergoeding over 1937 minder zal bedragen dan het verleende voorschot over dat jaar, geven wij U in overweging, het voorschot, evenals over vorige jaren, vast te stellen op 70 X 9,87 rond 7,50 per leerling voor het bijzonder gewoon lager onderwijs en op 70 X 14,32 rond 10,50 per leerling voor het bijzonder uitgebreid lager onderwijs. Wij hebben de eer U voor te stellen, aan de besturen der op bijgaande aanvrage vermelde bijzondere lagere scholen een voorschot te verleenen op de gemeentelijke vergoeding, bedoeld in artikel 101 der Lager Onderwijswet 1920, over Liggen ter visie in de Leeskamer.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1937 | | pagina 141