No. 50.
50
BIJLAGEN 1937.
6 Maart 1937,
No. 1/754.
SCHRIJVEN, houdende beantwoor
ding van door het raadslid
J. M. Meijvis gestelde vragen
omtrent het riviertje „de Leij".
Aan den Gemeenteraad.
Van het lid van Uw raad, den heer J. M. Meijvis,
ontvingen wij onderstaande vragen, met het verzoek deze
in de eerstvolgende raadsvergadering te willen beantwoorden.
Vraag 1. Hebben B. en W. kennis genomen van het
hoofdartikel in de „Bredasche Courant" van
Donderdag 11 Februari j.l.
2. Hebben B. en W. de daarin voorkomende klacht
van een deskundige, over het riviertje „de Leij"
en den te kleinen duiker ook gelezen
3. Kunnen B. en W. hun oordeel mededeelen over
het daarin genoemd veel beter plan, „de Leij" te
doen brengen buiten de kom der Gemeente
moet dit in samenwerking geschieden met de
gemeente Ginneken?
4. Is het B. en W. bekend, dat onder meer bedoelde
Leij des zomers voor een groot gedeelte droog
staat en door bevuiling der omwonenden een
ongezonden toestand veroorzaakt en een kweek
plaats is voor ratten?
5. Zijn B. en W. bereid zoo noodig in samen
werking met de gemeente Ginneken stappen te
te doen, die er toe kunnen leiden, dat aan dezen
zeer slechten en voor velen schadelijken toestand
spoedig een einde komt