No. 55.
55
BIJLAGEN 1937.
19 Maart 1937,
No. V/1135.
VOORSTEL tot conversie van de 4
geldleening 1935, aangegaan met de
N.V. Levensverzekering-Maatschap
pij „Utrecht" te Utrecht.
Aan den Gemeenteraad.
Met de N.V. Levensverzekering-Maatschappij „Utrecht"
te Utrecht werd bij raadsbesluit van 18 Maart 1935, goedge
keurd door Gedeputeerde Staten bij besluit van 20 Maart
1935, G. Nr. 326, een geldleening aangegaan groot
500.000,rentende 4 koers 100 en een boetebeding
van 1 bij buitengewone aflossing vóór 29 Maart 1937.
Nu dit boetebeding is vervallen, hebben wij met de geld-
geefster onderhandeld om tot verlaging der rente te komen.
De genoemde maatschappij is nu genegen de rente voor het
restant der leening, per 1 Januari 1937, groot 473.000,
te verlagen tot 37/s met ingang van 1 Juli 1937, onder
voorwaarde dat:
1. bij versterkte aflossing vóór 29 Maart 1942 door de
Gemeente een vergoeding zal verschuldigd zijn van 1
over het buitengewoon af te lossen bedrag:
2. dat de N.V. Levensverzekering-Maatschappij „Utrecht"
het recht heeft het restant van de leening op te eischen
tegen 29 Maart 1957, mits zij bij gebruikmaking van
dit recht hiervan minstens drie maanden tevoren kennis
geeft aan de Gemeente;
3. de overige bepalingen der overeenkomst ongewijzigd
van kracht blijven.
Aangezien deze voorwaarden in verband met het rente
voordeel niet bezwaarlijk zijn te achten, stellen wij U voor
tot de genoemde renteverlaging onder de gestelde voorwaar
den te besluiten; een ontwerp-besluit wordt hierbij over
gelegd
Burgemeester en Wethouders van Breda;
VAN SLOBBE, Burgemeester.
VAN WOENSEL, Secretaris.
Ligt ter visie in de Leeskamer.