No. 57.
57
BIJLAGEN 1937.
VOORSTEL tot herziening van de
verordening regelende de verdeeling
van de werkzaamheden tusschen de
Ambtenaren van den Burgerlijken
Stand.
20 Maart 1937,
No. 111/15.
Aan den Gemeenteraad.
Ons voorstel tot benoeming van een viertal Ambtenaren
van den Burgerlijken Stand en de voor deze ambtenaren ge
projecteerde werkverdeeling geeft aanleiding tot herziening
der verordening betreffende de verdeeling van werkzaam
heden tusschen de Ambtenaren van den Burgerlijken Stand
in de gemeente Breda, opgenomen in Gemeenteblad No. 257,
welke verordening geëischt wordt door de op twee na laatste
alinea van artikel 183 der Gemeentewet.
De huidige verordening kent een eerste, een tweede, een
derde en twee of meer vierde Ambtenaren van den Burger
lijken Stand, die een taakverdeeling hebben, waaraan in de
practijk in het geheel niet de hand gehouden wordt.
Nu die taakverdeeling aldus wordt gewijzigd, dat de Amb
tenaren van den Burgerlijken Stand, die niet tevens zijn amb
tenaren ter secretarie, van het uitgebreide gebied van den
Burgerlijken Stand slechts de huwelijksvoltrekkingen voor
hun rekening zullen nemen, lijkt het ons beter, dit in de ver
ordening vast te leggen, terwijl de taak voor de Ambtenaren
van den Burgerlijken Stand, die tevens ambtenaren zijn ter
secretarie, ware te omschrijven als betreffende alle werk
zaamheden betrekkelijk den Burgerlijken Stand.
Een rangorde is voor de eerstgenoemde categorie over
bodig. Voor de laatstgenoemde is het wellicht wenschelijk,
die van chef der afdeeling en vervolgens als door Burge
meester en Wethouders te bepalen, aan te houden.
Wij hebben de eer U voor te stellen bijgaande ontwerp
verordening vast te stellen.
Burgemeester en Wethouders van Breda;
VAN SLOBBE, Burgemeester.
VAN WOENSEL, Secretaris.