- 3 -
No. 62.
tot onderhoud en opvoeding der leerlingen verplichte ouders
of verzorgers of, bij ontstentenis van dezen, door de leer
lingen zelf.
Artikel 3.
1. Het schoolgeld wordt berekend naar den maatstaf, om
schreven in artikel 63, lid 4, letter b. der Lager Onderwijs
wet 1920, zooals dit luidt ingevolge paragraaf 8 der wet
van den 22sten Februari 1936, (Staatsblad No. 100) tot ver
laging van de openbare uitgaven voor het onderwijs.
2. Waar in de volgende artikelen sprake is van de ge
mengde hoofdsom, wordt daaronder verstaan de maatstaf,
bedoeld bij het vorige lid van dit artikel.
3. Bij toepassing van het eerste lid van dit artikel wordt
als grondslag aangenomen de laatstelijk vastgestelde ge
mengde hoofdsom.
Artikel 4.
Het schoolgeld wordt geheven volgens onderstaand tarief:
Indien de gemengde Schoolgeld per leerling en per
hoofdsom schooljaar bij:
is gesteld op:
2 t/m 6
7 t/m 10
11 t/m 14
lesuren
lesuren
lesuren
minder dan 2.
2—
3.-
4.
van tot en
met:
2.
4.—
4.—
5.—
6.
6.
10.—
8.—
10.—
12.
12.
18.—
13.—
16.—
18.—
20.
30.—
17.—
22.—
26.—
32.
40.—
21.—
28.—
34.—
42.
50.—
25.—
34.—
43.—
50.
64.—
29.—
41.—
52.—
66.
78.—
33.—
47.—
61.—
80.
94.—
37.—
52.—
66.—
96.
110.
41.—
56.—
71.—