No. 1.
1
BIJLAGEN 1937.
31 December 1936,
No. 1/3700.
VOORSTEL om definitief te besluiten
tot het onttrekken van een gedeelte
van het Dijkje aan het openbaar
verkeer.
Aan den Gemeenteraad.
In de vorige raadsvergadering is aangehouden ons voor
stel om een gedeelte van het Dijkje (gedeelte van den Slin
gerweg) te onttrekken aan het openbaar verkeer, in verband
met een door den Heer J. van Gils ingediend bezwaarschrift.
Door ons College is toegezegd, dat hierop een prae-advies
zou worden uitgebracht. Naar aanleiding van het door J. van
Gils ingediende bezwaarschrift merken wij het volgende op.
Het bezwaarschrift is gericht aan Burgemeester en Wet
houders en aan den Raad dezer gemeente. Voor wie het
bestemd is, kan dus niet worden uitgemaakt. Toch is dit
van beslissende beteekenis, aangezien een aan Burgemeester
en Wethouders gericht bezwaarschrift ter zijde behoort te
worden gelegd. Aannemende, dat adressant bedoeld heeft zijn
adres aan den Raad te richten, dan valt hieromtrent het na
volgende op te merken.
Volgens de openbare bekendmaking dd. 4 November 1936,
bestond vanaf 6 November gedurende 14 dagen gelegenheid
om bezwaarschriften bij Uwen Raad in te dienen. Het be
zwaarschrift is op 17 November ingekomen, alzoo binnen
den wettelijk voorgeschreven termijn.
Adressant beweert, dat de Staat destijds den blok grond
langs den Westbuitensingel en den weg ,,het Dijkje" ver
kocht in 4 kavels, alle grenzende aan den weg „het Dijkje",
in zoodanigen toestand, dat „zij het bezit en recht had op den
geheelen weg zooals de Staat het in hun bezit hadden." Kavel
I is adressant's eigendom geworden, waaruit hij mede recht
op den geheelen weg „het Dijkje" concludeert en dit recht
wil handhaven. Reclamant's recht is ongegrond en wel om
de volgende redenen.
In catalogus nr. 409 van de zestiende veiling van geslechte
vestinggronden, gelegen onder Breda, gehouden te Breda,