No. 68.
68
BIJLAGEN 1937.
2 April 1937,
No. V/1279.
VOORSTEL tot wijziging van het be
sluit tot heffing van liggeld binnen
de gemeente Breda.
Aan den Gemeenteraad.
Meerdere malen is door de stoombootreederijen, welke
hier een los- en laadplaats hebben en een geregelden dienst
met andere plaatsen onderhouden, aangedrongen op vermin
dering van het liggeld, omdat alhier geen verschil gemaakt
werd tusschen schepen, die af en toe hier komen laden of
lossen, en de beurtbooten, die in een dagelijkschen dienst
varen.
Als motief voor deze vermindering werd opgegeven, dat,
wanneer een particulier schipper Breda aandoet, hij als regel
het volle laadvermogen zal laden of lossen, zoodat dus het
liggeld, dat over het laadvermogen betaald moet worden,
daaraan evenredig is. Bij de beurtbooten is dit evenwel niet
het geval.
Immers deze zijn gebonden aan de dienstregeling, waar
door zij over het algemeen maar een gedeelte van het laad
vermogen aan stukgoederen aan- of wegvoeren.
Om deze reden wordt ook in andere plaatsen voor beurt
diensten een reductie op het liggeld toegepast. Op deze ver
zoeken werd, ofschoon de billijkheid hiervan voor een deel
kon worden ingezien, tot heden afwijzend beschikt.
Naar aanleiding van een weder herhaald verzoek hebben
wij gemeend deze aangelegenheid in een ander licht te moe
ten bezien.
Door de totstandkoming der Moerdijkbrug is aan het weg
verkeer een tijdroovende en kostbare hinderpaal weggeno
men, waardoor de concurrentie voor de beurtschippers met
het auto-vervoer in scherpe mate is toegenomen.
Wij hebben daarom gemeend thans, mede met het oog
op de voordeelen, welke beurtvaartdiensten voor de plaatse
lijke industrie opleveren, aan den wensch van bedoelde beurt-