7 No. 71. ONTWERPBESLUIT. De Raad der gemeente Breda heeft besloten vast te stellen de navolgende VERORDENING op de invordering van rechten, bedoeld in artikel 21 der Besmettelijke Ziekten- wet, S. 1928 No. 265, voor door of vanwege den Gemeentelijken Geneeskundigen en Gezondheids dienst (G.G. en G.D.j te Breda verrichte diensten. Artikel 1 De invordering van rechten, bedoeld in artikel 21 der Besmettelijke Ziektenwet, S. 1928 No. 265, voor door of vanwege den G.G. en G.D. te Breda verrichte diensten ge schiedt door (of namens) den Gemeente-Ontvanger, over eenkomstig de volgende bepalingen. Artikel 2. De Directeur van den G.G. en G.D. doet van elke ver richte handeling in zake vervoer, afzondering, onderzoek, verpleging, reiniging en ontsmetting, onder toezending van de door belanghebbenden overgelegde schriftelijke verklaring van den inspecteur der directe belastingen aangaande de door hen verschuldigde vermengde hoofdsom in de gemeente fondsbelasting en vermogensbelasting en onder gespecificeer de opgaaf van de gemaakte kosten, mededeeling aan den Gemeente-Ontvanger. Ingeval de hiervoor bedoelde verklaring ontbreekt wint de Gemeente-Ontvanger bij den inspecteur der directe belas tingen de inlichtingen in, welke noodig zijn voor de toepas sing van de bepalingen der heffingsverordening. De Gemeente-Ontvanger deelt het bedrag der verschul digde rechten schriftelijk mede aan den belanghebbende. De belanghebbende moet het verschuldigde, na de ontvangst de zer mededeeling, binnen 3 dagen ten kantore en tegen kwi tantie van den Gemeente-Ontvanger voldoen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1937 | | pagina 225