No. 80. 2 I. Subsidie Burgerlijk Armbestuur (Volgnr. 718). (raming begrooting 1937 thans 290.750, De in het eerste kwartaal verkregen uitkomsten op de be- deelingsposten zijn van dien aard, dat met beslistheid kan worden gezegd, dat die posten belangrijk zullen moeten wor den verhoogd. De op de overige posten geraamde bedragen, zoowel aan ontvangsten als aan uitgaven, zullen geen noe menswaardige verschillen aanwijzen. Tegenover de te ver wachten hoogere uitgaven op de bedeelingsposten, staat dus geen enkel voordeel, zoodat die hoogere uitgaven alleen ge dekt kunnen worden door een hooger subsidiebedrag. De ramingen op de diverse bedeelingsposten zijn voor 1937: Hfdst. IV. Afd. 1 art. la In geld 190.000,— IV. 1 1b Giften ineens 1.500,- IV. 1 2 Brood e.a. voedings middelen 33.000,- IV. 1 4 In brandstoffen 13.000,- IV. 2 1 Kostgeld bestedelingen 53.000,- IV. 2 2 Reis- en verblijfkosten t.b.v. bestedelingen 250, Totaal 290.750,— In het eerste kwartaal werd op bovenstaande posten uit gegeven (afgerond) respectievelijk 55.000,1450, 9000,—: 11.250,— en 15.000,—. Van een vermindering van het aantal ondersteunden is nog geen sprake. De vooruitzichten zijn derhalve niet bemoedi gend. Op grond van deze uitkomsten moet worden aange nomen, dat op genoemde posten in 1937 een bedrag zal noodig zijn van 4 maal het in het le kwartaal daarop uit- gegevene, uitgezonderd dan den post brandstoffen, waarop in de a.s. winter nog een bedrag van pl.m. 7000,zal noodig zijn. De ramingen zullen dus moeten worden op de posten:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1937 | | pagina 244