85
No. 85.
BIJLAGEN 1937.
NADER VOORSTEL tot conversie.
27 April 1937,
No. V/1527.
van de 4 leening 1935, aangegaan
met de N.V. Levensverzekering-
Maatschappij „Utrecht".
Aan den Gemeenteraad.
Bij Uw besluit van 31 Maart j.l. werd overgegaan tot ver
laging van de rente tot 37/s der 4 geldleening 1935,
oorspronkelijk groot 500.000,— restant per 1 Januari 1937
473000,—, gesloten met de N.V. Levensverzekering-Maat
schappij „Utrecht". Een der voorwaarden, door de gcldgeef-
ster gesteld, was, dat de N.V. Levensverzekering-Maat
schappij het recht heeft het restant der leening op te eischen
tegen 29 Maart 1957, mits zij bij gebruikmaking van dit recht
hiervan minstens 3 maanden te voren kennis geeft aan de
Gemeente (zie Bijlagen 1937, No. 55).
Gedeputeerde Staten hebben bedenkingen tegen dit recht
tot opeischbaarheid der gelden van de zijde van de geld-
geefster.
Wij hebben ons daarom in verbinding gesteld met de geld-
geefster om verandering in de voorwaarden te verkrijgen.
Het resultaat is geweest, dat de Levensverzekering-Maat
schappij „Utrecht" genegen is de rente te verlagen tot 3%
zulks met ingang van 1 Juli 1937 onder voorwaarde, dat:
le. bij versterkte aflossing vóór 29 Maart 1942 door de
Gemeente een vergoeding zal verschuldigd zijn van
1 over het buitengewoon af te lossen bedrag;
2e. de N.V. Levensverzekering-Maatschappij „Utrecht"
het recht heeft de rente der leening op den 1 Juli van
elk jaar, voor het eerst op den 1 Juli 1947, te verhoo-
gen tot ten hoogste 4 (vier) procent, mits zij, bij
gebruikmaking van dit recht, hiervan ten minste vier
maanden te voren aan de Gemeente kennis geeft;
3e. de overige bepalingen der overeenkomst ongewijzigd
van kracht blijven.
Hierdoor wordt dus verkregen, dat de rente der leening in
ieder geval voor de eerste 10 jaar wordt verlaagd van 4%