95
No. 95.
VOORSTEL tot het vaststellen eener
verordening, regelende de rangen,
het aantal, de samenstelling, de
eischen van benoembaarheid en de
bezoldiging van de ambtenaren van
politie der gemeente.
Aan den Gemeenteraad.
Laatstelijk bij Uw besiuit van 22 Juni 1936 werd vastge
steld de verordening regelende de inrichting der plaatselijke
politie.
Na de inzending aan de Kroon ter goedkeuring, heeft de
Minister door tusschenkomst van den Commissaris der Ko
ningin medegedeeld, dat, alvorens de goedkeuring kon wor
den verleend, nog enkele wijzigingen dienden te worden aan
gebracht.
Deze wijzigingen blijken duidelijk uit de ter visie gelegde
bestaande verordening, waarin zij met inkt zijn opgenomen.
De voornaamste hiervan zijn:
1. wijziging van de naam der verordening:
2. toevoeging van het derde lid aan art. 3;
3. in artikel 5 dient de functie van inspecteur, chef eener
afdeeling te vervallen.
Het aantal periodieke verhoogingen van de inspecteurs
lste klas en 2de klas wordt gebracht van 4 op 6, onder
scheidenlijk 4 op 7, terwijl een salarisverlaging van 50,
voor den hoofdinspecteur van 200,in minimum voor
een inspecteur le klas en van 150,in maximum voor
een inspecteur 2de klas is voorzien.
De hoofdagenten dienen met 96 cent per week te worden
verlaagd en de agenten lste klas met 2,46 per week,
beiden in maximum.
4. het oud artikel 6 vervalt, waarvan een vernummering van
de artikelen het gevolg is;
5. aan artikel 9 is het 5e lid toegevoegd:
6. oud artikel 23 dient te worden overgebracht naar het
politiereglement;
BIJLAGEN 1937.
19 Mei 1937,
No. V/1744.