No. 1, 2 provisioneel 14 October 1890, finaal 21 October 1890, wordt het volgende beschreven, dat op de onderhavige bezwaren een juist licht werpt: Onder voorwaarden van den openbaren verkoop der Do meinen van den Staat, vastgesteld bij K. B. van 16 Mei 1889, no. 26: artikel 8: De goederen worden verkocht, zoo en in dier voege als zij door den Staat zijn bezeten, met al de daarbij behoorende en daarin gevestigde heerschende en lijdende erfdienstbaarheden en met geen ander verband, tiend, grond rente of jachtrecht bezwaard dan bij iederen kavel is op gegeven. Onder bijzondere voorwaarden: Artikel 21: De Staat is, voor zoover de kavels grenzen aan zijn grond, die niet geveild of niet gegund wordt, niet verplicht bij te dragen in de kosten van afsluiting der kavels. De koopers der aanliggende kavels doen derhalve afstand van hunne bevoegdheid, omschreven in artikel 690 van het Burgerlijk Wetboek, zoolang de aan de kavels grenzende grond staatseigendom is. Onder perceelsbeschrijvingBlok 11 in 4 kavels. Kavel I. Een perceel, groot 79 aren 60 centiaren, kadastraal bekend gemeente Breda, sectie A nos. 4199, 4200 en 4201, waarvan 37 aren 40 centiaren land en 42 aren, 20 centiaren water, begrensd ten noordwesten en ten noorden door „het Dijkje", sectie A. nos. 4194 en 4202, ten noordoosten door den weg sectie A. no. 4203, ten zuidoosten door den Westbuitensingel en ten zuiden door kavel 2. Deze kavel I omvatte (zie de teekening no. 73-278, be hoorende bij ons voorstel van 11 December 1936, Nr. 1/3517 gedrukte bijlagen nr. 284) de gronden, tusschen „het Dijkje" (de Slingerweg) en den Tramsingel van het punt van samen komst van het Dijkje met den Tramsingel tot het huidige perceel no. 6413 (C. Machielsen). J. van Gils is dus thans nog eigenaar van een gedeelte van den oorspronkelijken kavel I. Zooals uit hoogergenoemde perceelsbeschrijving blijkt, is

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1937 | | pagina 2