No. 114. 114 BIJLAGEN 1937. VOORSTEL tot intrekking van het raadsbesluit tot heffing eener aanleg- belasting in verband met het aan leggen van het binnen deze gemeente gelegen gedeelte van den rondweg. 31 Mei 1937, No. V/1867. Aan den Gemeenteraad. In Uw vergadering van 17 Juli 1936 (zie notulen 1936 blz. 379 en Bijlagen 1936, No. 160) werd besloten tot wij ziging van de „Heffingsverordening Aanlegbelasting", op genomen in gemeenteblad No. 497, ten einde de mogelijkheid te openen een billijke bijdrage te kunnen vorderen in de kos ten van het binnen afzienbaren tijd aan te leggen, binnen deze gemeente gelegen gedeelte van den rondweg en de ter weers zijden daarvan geprojecteerde zgn. ventwegen. Na de inzending van het desbetreffende besluit aan Gede puteerde Staten, bleken bij dit College zoodanige bezwaren daartegen te bestaan, dat het in overweging gaf het onder havige raadsbesluit in te trekken. Deze bezwaren betreffen niet zoozeer de heffing zelf als wel het tijdstip, waarop de verordening wordt vastgesteld. Gedeputeerde Staten stellen zich n.l. op het standpunt, dat een dergelijke verordening alleen kan gelden voor een be paald werk, welke slechts na het tot stand komen van dit werk kan worden vastgesteld, omdat eerst dan „de kosten", waarin de billijke bijdrage wordt gevraagd, bekend zijn. (Zie artikel 281 der Gemeentewet.). Nu wijkt dit standpunt, waarvoor veel valt te zeggen, af van dat, destijds ingenomen bij de goedkeuring van de ver ordening. opgenomen in gemeenteblad No. 497, welke een algemeen karakter heeft en ook toepassing vindt bij in de toekomst tot stand te brengen werken. Zonder meer zou zij ook voor het werk „rondweg" zijn gehanteerd, ware het niet, dat daarvoor het opgenomen tarief te laag is. Blijkbaar zijn de inzichten in deze sedert de vaststelling en goedkeuring van die verordening gewijzigd. Aangezien de Regeering in deze eenzelfde standpunt blijkt

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1937 | | pagina 323