140
No. 140
BIJLAGEN 1937.
PRAE-ADVIES op een verzoek van
A. Vermolen, inzake uitkeering inge
volge art. 62, lid 4, van het Werk
liedenreglement.
25 Juni 1937,
No. V/2093.
Aan den Gemeenteraad.
In verband met bijgaand schrijven*) van A. Vermolen,
om in het genot te worden gesteld van de uitkeering inge
volge artikel 62 sub 4 van het Werkliedenreglement, hebben
wij de eer Uw College het volgende mede te deelen. Ver
molen, die vroeger tuinman bij Beplantingen was, werd, na
dat hij geruimen tijd ziektegeld genoten had, afgekeurd voor
den dienst en met ingang van 1 Mei 1936 ontslagen, waarna
hij in het genot van invaliditeitspensioen kwam.
Omdat in art. 62, sub 4, staat vermeld, dat de werkman,
die ontslagen wordt wegens „ongeschiktheid voor den dienst",
volgens dit artikel „een uitkeering" ontvangt, meent hij voor
deze uitkeering in aanmerking te kunnen komen.
Indien zijn meening juist was, dan zou deze uitkeering
zijn te beschouwen als ziektegeld en zou hij volgens artikel
44 geen recht daarop hebben, omdat dit artikel zegt, dat
ziektegeld niet langer wordt uitbetaald dan tot het tijdstip,
waarop de werkman met aanspraak op wachtgeld of pensioen
uit den dienst wordt ontslagen.
Wij zijn echter van meening, dat de bedoeling van art. 62,
sub 4 is, om aan den werkman, die om een andere reden dan
lichamelijke ongeschiktheid, dus b.v. wegens onbekwaamheid
of onbedrevenheid uit den dienst wordt ontslagen, dus zonder
recht op pensioen, gedurende eenigen tijd een schadeloosstel
ling te verleenen.
Ligt ter visie in de Leeskamer.