No. 142.
142
BIJLAGEN 1937.
23 Juni 1937,
No. V/2084.
VOORSTEL tot vaststelling van
nieuwe verordeningen op de heffing
en invordering eener straatbelasting.
Aan den Gemeenteraad.
De verordening op de heffing van een straatbelasting in
deze gemeente is door de Kroon slechts goedgekeurd tot 1
Januari 1938.
Aangezien de gemeentekas de opbrengst dezer belasting
over 1938 en volgende jaren niet zal kunnen missen, is het
gewenscht, dat de verordening opnieuw wordt vastgesteld.
Door H.H. Gedeputeerde Staten is indertijd in overweging
gegeven, alvorens tot vaststelling daarvan over te gaan, hier
in eenige verbeteringen aan te brengen. Omtrent deze wijzi
gingen, welke in meerderheid van technischen aard zijn, is,
na gepleegd overleg met voornoemd College, overeenstem
ming verkregen, zoodat kan worden verwacht, dat hierop de
vereischte Koninklijke goedkeuring zal worden verkregen.
Zij betreffen, naast een nieuw artikel 1, een toevoeging
van een nieuw lid aan artikel 3, waarin bij overgang van
het bezit geregeld wordt de belastingplicht van den nieuwen
genothebbende, waartegenover het 2e lid van artikel 11, als,
gezien in het licht der jongste jurisprudentie, niet houdbaar,
vervalt.
Artikel 8 is uitgebreid overeenkomstig de oorspronkelijke
bedoeling, die in de bestaande redactie niet alleszins duidelijk
tot uitdrukking kwam.
Wij hebben de eer U voor te stellen de hierbijgaande ont-
werp-verordeningen op de heffing en invordering van een
straatbelasting dienovereenkomstig vast te stellen.
Een gewijzigd exemplaar der bestaande verordening gaat
ter verduidelijking mede hierbij.
Burgemeester en Wethouders van Breda;
VAN SLOBBE, Burgemeester.
VAN WOENSEL, Secretaris.
Ligt ter visie in de Leeskamer,