No. 142. 6 - ONTWERP-VERORDENING op de invordering van een straatbelasting in de gemeente Breda. Artikel 1. De invordering van deze belasting geschiedt door den gemeente-ontvanger, krachtens de aan hem ter invordering gezonden kohieren, opgemaakt en vastgesteld overeenkomstig artikel 297 der gemeentewet. Artikel 2. Binnen twee maanden na de vaststelling van het kohier worden door den gemeente-ontvanger uitgereikt gedagtee- kende aanslagbiljetten, waarop voorkomen de naam en de woonplaats van den belastingplichtige, het bedrag der belas ting, een uitnoodiging tot betaling vóór of op den in artikel 3 genoemden vervaldag, benevens het nummer der postreke ning van de gemeente. Het model van het aanslagbiljet wordt door Burgemeester en Wethouders vastgesteld. Artikel 3. De aanslagen, voorkomende op het primitief kohier zijn invorderbaar in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op den laatsten dag der derde maand, volgende op die waarin het aanslagbiljet is uitgereikt, en de tweede drie maanden later. De aanslagen, voorkomende op het aanvullingskohier zijn invorderbaar op 1 December van het jaar van den aanslag. De aanslagen zijn dadelijk en in één termijn invorderbaar, wanneer de aangeslagene in staat van faillissement is ver klaard of op zijn roerende of onroerende goederen execu toriaal beslag is gelegd. Artikel 4. De betaling geschiedt tegen kwijting ten kantore van den

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1937 | | pagina 394