C. Voor personen deel uitmakende van gezinnen van drie personen.
o
0
0
0
0
0
0
1
1
D.
,15 bij een wekelijksch ^komen van meer dan 16,— en niet meer dan 18,
Z
o
,25
40
,50
,60
,75
.90
,25
18,—
20.50
23,—
25.50
28,—
30.50
33.—
35.50
0,
0
0
0
0
0,
0,
1,
1,
Voor personen deel uitmakende van gezinnen van vier personen.
15 bij een wekelijksch inkomen van meer ^an f 18,—- en niet meer
25
40
50
60
75
90
25
dan
20,—
22.50
25,—
27,50
30,—
32,50
35,—
37,50
20,50
23.—
25,50
28,—
30,50
33,—
35,50
38.—
20,—
22.50
25,—
27,50
30,—
32,50
35,—
37,50
40,—
17
A it<4-miIronrlo \/an rt07innon van viif r\t>rcon#>n