No. 6.
- 28
Artikel 8.
Binnen 3 maanden na afloop van het heffingsjaar zendt
de gemeente-ontvanger aan Burgemeester en Wethouders
een staat met toelichting der posten, welke niet of niet ge
heel ingevorderd kunnen worden. Burgemeester en Wethou
ders zenden dezen staat met een voorstel tot niet-invorder-
baar-verklaring van die posten, welke zij daarvoor vatbaar
achten, aan den gemeenteraad.
Het besluit van den gemeenteraad, waarbij aanslagen niet-
invorderbaar worden verklaard, ontheft den gemeente-ont
vanger van verdere poging tot invordering.
Artikel 9.
Ontheffing of teruggaaf van schoolgeld wordt verleend in
de volgende gevallen:
a. indien een leerling door ziekte of krachtens wettelijk
voorschrift gedurende meer dan een kalendermaand de
school niet heeft kunnen bezoeken, over de volle maan
den van het schoolgeldjaar gedurende welke hij de schooi
om die reden heeft verzuimd;
b. indien de schoolgeldaanslag krachtens artikel 5 der hef
fingsverordening is verminderd, naar het bedrag der ver
mindering;
c. indien een leerling tusschentijds de school heeft verlaten,
over de volle maanden van het schoolgeldjaar gedurende
welke hij de school om die reden niet heeft bezocht.
Artikel 10.
Verzoeken om ontheffing of teruggave moeten uiterlijk
binnen twee maanden na beëindiging van het schooljaar wor
den ingediend bij den ambtenaar, bedoeld in artikel 11 der
heffingsverordening, door wien overlegging van de hem noo-
dig voorkomende bewijsstukken kan worden verlangd en die
op die verzoekschriften zoo spoedig mogelijk een beslissing
neemt.