No. 159. - 6 Artikel 5. Door de gemeenten, welke met goedkeuring van den Minister bij den Dienst zijn betrokken, kan mede een lid in de Commissie van Toezicht worden aangewezen. De wijze van benoeming en aftreden dezer vertegenwoordigers wordt door de afvaardigende gemeente geregeld. Artikel 6. 1. De leden van de in artikel 3 en 4 genoemde Commis sies kunnen tusschentijds ontslag nemen. 2. Zij, die ontslag nemen, worden geacht in functie te blijven, totdat de opvolgers de benoeming hebben aange nomen. 3. In tusschentijdsche vacatures wordt zoo spoedig moge lijk voorzien, op de wijze zooals in de artikelen 3 en 4 is aangegeven. De tusschentijds benoemde treedt af op het tijdstip van aftreden van zijn voorganger. Artikel 7. 1. De Commissie van Advies vergadert als regel ten minste 2 maal per maand en voorts zoo dikwijls als door den voorzitter in het belang van den dienst noodig wordt ge oordeeld. 2. De Commissie van Toezicht vergadert als regel ten minste 4 maal per jaar en voorts zoo dikwijls als door den voorzitter noodig wordt geoordeeld, alsook op verzoek van minstens drie leden van deze Commissie. 3. Beide Commissies worden bijgestaan door den Direc teur van den Dienst als Secretaris, die in de vergaderingen van de Commissies een raadgevende stem heeft. Artikel 8. 1. De Commissie van Advies dient Burgemeester en Wet-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1937 | | pagina 448