No. 173.
4
overeenkomstige toepassing op vrijstaande berg
plaatsen.
art. 67 In lid 1 na „samenstellende muren" te lezen:
lid 1 en 2 „in horizontale richting op geen grootere afstan-
„den dan 1,M. en in verticale richting op geen
„grootere afstanden dan 0,65 M. op doelmatige
„wijze met spouwankers, volgens gemeente-model,
„zijn gekoppeld."
In lid 2 na het woord spouwankers in te lasschen
de woorden:
„volgens gemeente-model",
art. 70. Toe te voegen een nieuw lid:
3. De oplegging van de binten van een balklaag
van een gebouw op een bouwmuur, moet zoo
mogelijk verspringen ten opzichte van de op
gelijke of ongeveer gelijke hoogte in dien muur
opgelegde binten eener balklaag van het
nevenliggende gebouw. Indien verspringen niet
mogelijk is, moet worden zorggedragen, dat
de binten elkaar niet raken. De beide balk
lagen mogen niet gekoppeld worden,
art. 71 Dit lid te vervolgen met een nieuwen zin:
lid 5. Wanneer een scheidingswand, lang 3,M. of
meer, van drijfsteen of soortgelijk materiaal, even
wijdig aan de balken van een bintlaag wordt ge
plaatst, moet daaronder een ijzeren onderslagbalk
met flenzen van voldoende breedte aanwezig zijn.
Van deze bepaling is vrijstelling mogelijk,
art. 71 De maat 0,70 M., in dit lid genoemd, te vervan-
lid 6. gen door 0,50 M.
art. 79. Toe te voegen een nieuw lid:
9. Van het bepaalde in het vijfde lid is vrijstel
ling mogelijk voor het inmetselen van ijzeren
standleiding uit één lengte, welke niet zwaar
der is dan de halve muurdikte, mits de muur
geen bouwmuur zij. Nadere eischen kunnen
worden gesteld nopens het aanbrengen van
verbindingsijzers.
a
li
a
li