No. 173. art. 106 Dit lid aan te vullen met de woorden: ,,en schoor- 2e lid. steenen van centrale verwarmingsinstallatie's van een woning.'' NOTA VAN TOELICHTING BEHOORENDE BIJ DE EERSTE OPGAVE VAN WIJZIGING IN DE BOUW VERORDENING DER GEMEENTE BREDA. ad art. 20 De voorgestelde toevoeging houdt verband met 2e lid. de gebleken wenschelijkheid, bestaande groote gebouwen en groote woningen, welke in de hui dige omstandigheden moeilijk of niet meer exploi tabel of verhuurbaar zijn, te kunnen splitsen. Ver schillende van deze gebouwen o.a. winkelpercee- len en groote woningen worden reeds jarenlang door meer dan één gezin bewoond, zonder dat zij op grond van de bouwverordening als meerge- zinshuis mogen worden beschouwd. Het aanbrengen van verbeteringen b.v. het maken van een aparten opgang, stuit dan af op het feit, dat dit geval in de vrijstellingsbepalingen van art. 20 niet is voorzien, ad art. 27 In de practijk is gebleken, dat de eisch, dat de 5e lid. afstand van het vooruitspringende gedeelte van balkons e.d. tot de erfscheiding niet minder dan l]/2 maal den voorsprong mag bedragen, het in vele gevallen onmogelijk maakt een balkon o.d. op regelmatige wijze aan te brengen. Terugbren ging van deze maat tot 1 maal den voorsprong heft dit bezwaar op. Om twijfel weg te nemen hoe de afstand gemeten wordt, is ingevoegd het woordje „gemiddelde ad art. 28 De wijziging beoogt een tegenstrijdigheid weg te 6e lid. nemen. ad art. 29 De voorgestelde toevoeging, welke eenzelfde be de lid. paling inhoudt, als reeds voorkomende in art. 16 3e lid sub e. der verordening (en als opgenomen was in art. 15 der oude verordening) is nood- ad 3e ad ad 7e ad ad 3e ad 5e ad - 6 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1937 | | pagina 486