No. 173. 8 - b.v. in de bouwverordening der gemeente Eind hoven een soortgelijke bepaling is opgenomen, wordt het aanvaardbaar geacht deze wijze van afscheiding van zoldervertrekken ook te Breda mogelijk te maken, voorloopig beperkt tot 2 ver trekken. ad art, 52 De aanvulling is in de practijk wenschelijk ge- Se lid. bleken, ten einde bouwers een handleiding te geven wat in de meest voorkomende gevallen ver langd wordt. ad art. 61 De aanlegdiepte van 0.70 M. voor tuinhekjes 2e lid. wordt te bezwarend geacht. Deze kan worden teruggebracht tot 0,50 M. ad art. 63 Het wordt voldoende geacht voor die lage aan- 4e lid. en uitbouwen en schuurtjes, waarvan krachtens art. 65, 2e lid, de muren 11 cM. mogen zijn, ook de fundamenten die dikte te geven. ad art. 65 Een dikte van 11 cM. voor de muren van een 2e lid. niet ter bewoning bestemde aan- of uitbouw wordt voldoende geacht, indien deze uitbouw geen groo- tere breedte heeft dan 2,50 M., ook al mocht de oppervlakte grooter zijn dan 8 M-. De bepalingen van dit lid zijn tevens toepasselijk verklaard op vrijstaande bergplaatsen, hetgeen steeds de be doeling was, doch niet uit de redactie van het bestaande lid kon worden afgeleid. ad art. 67 De afstand van 1,.M. voor den verticalen af- lid 1. stand der spouwankers wordt bij nader inzien te groot geacht en wordt teruggebracht tot 0,65 M. (normaal 10 lagen). Tevens wordt vastgelegd, dat het spouwanker volgens dat model moet zijn, het welk tot dusverre werd geëischt. ad art. 70. De toevoeging wordt gewenscht geacht ten einde de overbrenging van contactgeluid via de balk lagen zonder groote kosten ten deele tegen te gaan. Waar verspringen niet mogelijk is, hetgeen in den regel bij strijkbinten het geval zal zijn. ad lid ad lid ad ad lid ac lie

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1937 | | pagina 488