No. 9. 2 ging, in het gemeentelijk verstikkingstoestel moeten wor den afgemaakt, tenzij de Commissaris van Politie hierom trent anders beschikt; c. dat de dieren, die met toestemming van den Commissaris van Politie niet worden afgemaakt, niet mogen worden verkocht, doch slechts aan derden afgestaan totdat de rechtmatige eigenaar daarvan zich aanmeldt, terwijl uit een schriftelijke onderteekende verklaring zal moeten blij ken, dat degene, die het dier onder zijn berusting neemt, met deze voorwaarde bekend is, en het dier, zonder recht op vergoeding, aan den eigenaar op diens eerste vorde ring zal afstaan; d. dat van de eigenaren van dieren, die binnen den termijn van drie dagen hun opgevangen dier komen terughalen, geenerlei vergoeding mag worden gevorderd; e. dat, wanneer de politie in voorkomende gevallen deskun dige hulp noodig heeft, deze zoo spoedig mogelijk gratis zal worden verleend. Burgemeester en Wethouders van Breda; VAN SLOBBE, Burgemeester. JASPERS, loco-Secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1937 | | pagina 50