No. 184.
184
BIJLAGEN 1937.
19 Augustus 1937,
No. 1/2486.
Aan den Gemeenteraad.
Ingevolge de desbetreffende bepalingen van het Werk
lieden- en Ambtenarenreglement moeten de door den Raad
in zijn vergadering van 27 September 1935 benoemde leden
en plaatsvervangende leden van de Centrale Commissie van
overleg, bedoeld in artikel 2 van het Werkliedenreglement
en de Commissie voor Ambtenaarsaangelegenheden op den
eersten Dinsdag van September a.s. aftreden.
De nieuw te benoemen leden en plaatsvervangende leden
zullen ingevolge de uitvoeringsvoorschriften van het Werk
liedenreglement en het bepaalde bij artikel 80, 3e lid, van het
Ambtenarenreglement zitting hebben gedurende twee jaren.
De Centrale Commissie van Overleg, bedoeld in artikel 2
van het Werkliedenreglement was gedurende de zittings
periode September 1935/September 1937 samengesteld als
volgt:
Mr. F. B. I. M. Janssens,
lid;
A. Mabelis,
lid;
Mr. J. Pleyte,
lid;
H. J. v. Houten,
plv.
lid;
S. Kooijman,
plv.
lid;
A. A. J. M. Loonen,
plv.
lid.
De Commissie voor Ambtenaarsaangelegenheden was over
hetzelfde tijdvak samengesteld als volgt:
H. J v. Houten, lid;
S. Kooijman, lid;
A. A. J. M. Loonen, lid;
Mr. F. B. I. M. Janssens, plv. lid;
A. Mabelis, plv. lid;
Mr. J. Pleyte, plv. lid.
VOORSTEL tot benoeming van leden
en plaatsvervangende leden van de
Centrale Commissie van overleg, be
doeld in artikel 2 van het Werk
liedenreglement en de Commissie
voor Ambtenaarsaangelegenheden.