No. 189. - 2 dat er voor het onderhavige geval aanleiding is aan het verzoek van het bestuur in eenigerlei vorm tegemoet te komen. Wij zijn van meening, dat de te verleenen bijdrage dient beperkt te blijven tot de kosten, welke per Bredaschen leer ling der St. Janschool ten laste der Gemeente blijven. Deze kosten zijn momenteel rond 46.zoodat wij U in overweging zouden willen geven, aan het adresseerend bestuur voor den leerling S. Boog een bijdrage te verleenen van 46.— 's jaars (de 15.verplichte bijdrage inbe grepen), aanvangende 1 Januari 1938. Wat betreft het verzoek om tevens de vervoerkosten van genoemden leerling voor rekening der gemeente Breda te willen nemen, merken wij op, dat wij er in het algemeen geen bezwaar tegen hebben om in gevallen als het onder- werpelijke, voor minvermogenden in reiskosten geheel of ge deeltelijk van gemeentewege te voorzien. Deze tegemoetkoming zouden wij echter afhankelijk willen stellen naar de voor elk geval te blijken behoefte. Wij stellen U derhalve mede voor, ons te willen mach tigen om de te verleenen tegemoetkoming in de vervoer kosten vast te stellen tot een maximum van 13.per maand, waarvoor door ons een nader onderzoek zal worden ingesteld naar de financieele omstandigheden van den vader van den in het adres genoemden leerling. Burgemeester en Wethouders van Breda; VAN SLOBBE, Burgemeester. JASPERS, loco-Secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1937 | | pagina 528