3 No. 211. dien verstande, dat in plaats van de cursief gedrukte woorden „van", voorkomende in de genoemde zinsneden, gelezen wordt „boven" en dat voor 1/48 van het gewone loon wordt gelezen: het gewone loon, gedeeld door het aantal der werkuren, waarvoor dit loon wordt uitbetaald. Worden overuren voorafgegaan of gevolgd door een rusttijd, die geheel of gedeeltelijk valt in den gewonen werktijd, dan wordt het loon voor de in dezen werktijd vallende rusturen van dat voor de overuren afgetrokken, echter voor niet meer rusturen dan het aantal overuren heeft bedragen. 7. Voor de berekening van het loon voor overuren wordt elk aangevangen half uur gerekend voor een half uur, tenzij het overwerk niet aansluit aan den werktijd van den dienstrooster, in welk geval een gedeelte van het eerste uur voor een vol uur wordt gerekend. 8. Verhoogingen, als in dit artikel bedoeld, kunnen niet meer dan 100 van het 1/48 van het gewone loon be dragen. 9. Indien door toevallige omstandigheden niet meer dan tien minuten na het normale uur van einde van den arbeid moet worden doorgewerkt, wordt voor die verlenging van den arbeidstijd geenerlei loon uitgekeerd. 10. Met afwijking van het bepaalde in dit artikel kan als belooning voor bepaalde periodiek voorkomende bijzon dere diensten door Burgemeester en Wethouders een vast bedrag worden vastgesteld. Verder is het gewenscht in de volgende artikelen de daar bij aangegeven wijziging aan te brengen, om redenen als bij ieder artikel vermeld. Artikel 10, sub 1. Schrapping van de woorden „eventueele verandering wordt eveneens daarop aangeteekend", omdat dit in strijd is met de bepalingen der Zegelwet.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1937 | | pagina 577