No. 226.
- 6 -
Het kenteeken wordt op zichtbare wijze gedragen aan een
halsband, waarvan elke hond behoort voorzien te zijn.
Artikel 12.
De vorm van het kenteeken wordt ieder jaar veranderd.
Het teeken blijft van waarde tot op 31 Januari van het jaar,
volgende op dat waarvoor het is uitgereikt.
Artikel 13.
Indien het uitgereikte kenteeken voor het einde van het
jaar onbruikbaar is geworden, wordt door of namens den
gemeente-ontvanger, op aanvrage van den belastingschul
dige, tegen teruggave van het onbruikbare en betaling van
0.25 een nieuw afgegeven. Evenzoo, wanneer het kentee
ken in het ongereede is geraakt, doch niet dan nadat de
houder van den hond, onder overlegging van het afgegeven
bewijs dat de belasting is betaald, van het verloren gaan
zal hebben kennis gegeven en bij onderzoek geen kwade
trouw gebleken is.
Artikel 14.
Honden door ingezetenen gehouden en op den openbaren
weg losloopende, niet voorzien van het in artikel 11 be
doelde kenteeken, worden ter beschikking van de politie ge
steld, die verplicht is die honden drie dagen op kosten van
den houder in bewaring te nemen en tot diens beschikking
te houden.
Artikel 15.
Indien als gevolg van het ontbreken van de bij de arti
kelen 9 en 10 voorgeschreven aangifte een aanslag is achter
wege gebleven of als gevolg van een onjuiste aangifte een
te lage aanslag is opgelegd, wordt de te weinig geheven be
lasting van den belastingplichtige of zijn erfgenamen of
rechtverkrijgenden nagevorderd, zoolang niet sedert het tijd
stip, waarop de belasting verschuldigd was, drie jaren zijn
verstreken.