7 No. 226. Het na te vorderen bedrag wordt met het viervoud daar van verhoogd, indien honden als bedoeld in artikel 4, le lid onder a., c. en d. op den openbaren weg of op de openbare straat losloopend worden aangetroffen, alsmede indien hon den, bedoeld in artikel 4, le lid onder b., de gebouwen, erven of vaartuigen, voor bewaking waarvan zij bestemd zijn, heb ben verlaten, tenzij de houder ten genoegen van Burgemeester en Wethouders kan aantoonen, dat zulks buiten zijn schuld of toestemming is geschied. Artikel 16. De ambtenaren, daartoe door Burgemeester en Wethou ders aangewezen, alsmede alle politieambtenaren, mits voor zien van hun aanstelling, zijn bevoegd van alle begane overtredingen der bepalingen van deze verordening, welke te hunner kennis komen, proces-verbaal op te maken. Dat proces-verbaal wordt opgemaakt op den eed bij de aanvaar ding hunner betrekking afgelegd. Artikel 17. Deze verordening treedt in werking op 1 Januari 1938, op welk tijdstip de bestaande verordening, regelende de hef fing der belasting op het houden van honden in de gemeente Breda (gemeenteblad No. 398) vervalt. Aldus vastgesteld door den Raad der gemeente Breda in zijn openbare vergadering van 1937. Voorzitter. Secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1937 | | pagina 617