No. 227.
- 2
ONTWERP VERORDENING op de heffing van
markt-, staan- en weeggeld voor de veemarkt te
Breda.
Artikel 1.
De toelating van vee op de markt geschiedt uitsluitend op
vertoon door den geleider van een bewijs, dat het volgens
deze verordening daarvoor verschuldigd marktgeld is vol
daan.
Dat bewijs is op de markt aan het daarvoor bestemde
lokaal verkrijgbaar.
Het marktgeld bedraagt:
voor runderen, eenhoevige dieren0.25
voor varkens, vette kalveren, graskalveren0.10
voor nuchtere kalveren, geiten, bokken, schapen 0.05
voor biggen en lammeren0.02
Bij geschil over het bedrag van het verschuldigd markt
geld beslist de directeur van de veemarkt.
Artikel 2.
Voor kramen of voor den verkoop van op den grond uit
gestalde landbouwwerktuigen, zaden of voorwerpen ten
dienste van den landbouw en veeteelt kan de directeur op
door hem aan te wijzen plaatsen, voor zoover er ruimte be
schikbaar is, gedurende den tijd, dat de veemarkt geopend
is, het innemen van plaatsen toestaan tegen voldoening van
0.10 per M'-\ bij vooruitbetaling.
Artikel 3.
Indien een aanvoerder van vee over een vaste standplaats
op de markt wil beschikken, zal deze voor hem worden ge
reserveerd. doch niet langer dan 1 uur na opening der markt,
indien de standplaats dan nog ongebruikt is, kan de directeur
die aan een ander toewijzen.
Voor een vaste standplaats is boven het gewone marktgeld
bij vooruitbetaling verschuldigd per kalenderjaar voor: