230 No. 230. VOORSTEL tot aanwijzing van een boekhoudkundige, bedoeld in arti kel 265 van de Gemeentewet. Aan den Gemeenteraad. Door ons college is besloten met ingang van 1 Januari 1938 de controle op alle comptabelen, diensten en bedrijven der Gemeente, welke tot nu toe in handen was van drie instanties, te centraliseeren bij het Centraal Bureau voor verificatie en financieele adviezen der Vereeniging van Nederlandsche Gemeenten te 's-Gravenhage, daar ons was gebleken, dat zulks, zoowel uit financieel- als uit controle- oogpunt, voordeelen opleverde. Nu moeten ingevolge artikel 265 der Gemeentewet met betrekking tot die takken van dienst, waarvoor een afzon derlijke begrooting en rekening wordt vastgesteld, de cijfers van de jaarrekening worden deugdelijk verklaard door een buiten den tak van dienst staanden boekhoudkundige, door den Raad aan te wijzen. Bij Uw besluit van 17 November 1932 werden als zoo danig aangewezen, de toenmaals met de controle op de betrokken bedrijven belaste instellingen, t.w. a. voor de rekening van het gasbedrijf, het electriciteits- bedrijf, het waterleidingbedrijf, het radiodistributiebedrijf, het slachthuisbedrijf en het veemarktbedrijf het accoun tantskantoor van H. Sparrius, te Rotterdam. b. voor de rekening van het grondbedrijf het in den aanhef dezes genoemde verificatie-bureau. Ten aanzien van het gemeentelijk woningbedrijf heeft nog geen aanwijzing plaats gehad, daar voor dit onderdeel der gemeentehuishouding eerst sedert 1 Januari 1937 een afzon derlijk financieel beheer in den zin van artikel 252 der Gemeentewet bestaat. Het behoeft ons inziens geen nader betoog, dat na de centralisatie van de controle, de thans bestaande regeling, BIJLAGEN 1937. 8 October 1937 No. V/3228.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1937 | | pagina 629