No. 15. 2 - ONTWERP-REGLEMENT VAN ORDE voor de vergadering van den gemeenteraad van Breda. Art. 1. De geloofsbrief van een nieuw inkomend lid wordt met de overige door artikel 18 der Gemeentewet vereischte stuk ken gesteld in handen eener commissie van drie leden, door den voorzitter uit de leden van den Raad te benoemen in de eerste vergadering volgende op de verzending van het bericht in art. 15, 3e lid der Gemeentewet bedoeld. Art. 2. De commissie wijst na onderzoek van den geloofsbrief, van de overige vereischte stukken en van die, welke over de ver kiezing van den benoemde zijn ingekomen, een harer leden aan, die, zoo mogelijk in de vergadering in art. 1 bedoeld of anders in de eerstvolgende vergadering, verslag uitbrengt. Dit verslag stelt voor eiken inzender van een geloofsbrief afzonderlijk een bepaalde conclusie over diens toelating. Art. 3. De Raad besluit over de toelating in dezelfde, of, indien uitstel noodig is, in de volgende vergadering. Art. 4. Het door den Raad toegelaten lid wordt opgeroepen tot bijwoning der eerste vergadering, die plaats heeft, nadat de goedkeuring van zijn geloofsbrief onherroepelijk is gewor den, tenzij de ingenomen plaats is opengevallen tengevolge van periodieke aftreding, in welk geval het lid na onher roepelijke goedkeuring van zijn geloofsbrief wordt opgeroe pen voor de vergadering op den eersten Dinsdag in Sep tember.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1937 | | pagina 62