BIJLAGEN 1937. 231
231. VOORSTEL tot conversie vaneen
29 September 1937 in 1911 qesloten qeldleeninq, qroot
No. V/3112. f 150.000.-.
Aan den Gemeenteraad.
Ingevolge Uw raadsbesluit van 21 Januari 1911 werd in
dat jaar met de Weduwen- en Weezenkas van de Officieren
van de landmacht te 's-Gravenhage een geldleening gesloten,
groot f 150.000.rentende 4 °/0, tegen den koers van 100 °/0.
Deze leening, waarop per jaar f 3750.wordt afgelost,
loopt nog tot en met 1951 en bedraagt per resto op 1 Januari
1938 f 52.500.-.
Na onderhandelingen bleek de Pensioenraad, welke optreedt
als beheerder van gemelde kas, bereid het restant dezer
leening per 1 Januari 1938 te converteeren in een 3'/2 °/o
leening tot den parikoers, met de bepaling, dat de geldgever
de bevoegdheid heeft de rente 10 jaar na den dag van
geldverstrekking of op denzelfden dag van elk daarna volgend
jaar telkens te verhoogen tot ten hoogste 4 °/0. De Gemeente
zal bevoegd zijn om op den jaarlijkschen aflossingsdag
meer af te lossen dan in het aflossingsplan is bepaald.
De buitengewone aflossingen zullen, zoolang de leening
nog geen 5 jaar heeft geloopen, slechts tegen den koers
van 101 °/o kunnen geschieden. Een eventueele belasting
van rente en aflossing (buitengewone aflossing uitgezonderd)
zal ten laste van de Gemeente komen.
Hoewel wij aanvankelijk eenig bezwaar hadden tegen den
hierin vermelden termijn van 10 jaar, gedurende welken door
den geldgever geen verandering in het rentepercentage kan
worden gebracht, aangezien wij dezen, evenals bij anderen
den laatsten tijd gesloten leeningen bepaald wenschten te
zien op 15 jaar, hebben wij dit bezwaar, toen bleek, dat de
geldgever geen verandering in dien termijn wilde aanbrengen,
laten varen, omdat na dien termijn van 10 jaar de leening
nog slechts 4 jaar loopt, terwijl het bedrag der leening dan
teruggeloopen is tot f 15.000.