No. 236. VOORSTEL tot conversie vaneen
BIJLAGEN 1937. 236
29 September 1937, jn 1935 gesloten geldleening, groot
No. V/3118. f 100.000.-.
Aan den Gemeenteraad.
Met de N.V. Pensioenverzekerings-Maatschappij „Metal-
licus" te Rotterdam werd bij raadsbesluit van 29 Augustus
1935, goedgekeurd bij besluit van Gedeputeerde Staten, d.d.
4 September 1935, G. No. 309, een geldleening aangegaan,
groot f 100.000. rentende 4'/-t °/n 's jaars.
De rente dezer leening werd bij raadsbesluit van 31 Maart
1937, goedgekeurd door Gedeputeerde Staten, d.d. 14 April
1937, G. No. 250, verlaagd tot 4 °/0 's jaars, zulks met ingang
van 1 Juni 1937.
In verband met de verdere daling van den rentevoet zijn
door ons onderhandelingen gevoerd om te komen tot een
verdere verlaging der rentehierbij is rekening gehouden
met het bepaalde onder 4e van de geldleeningsovereenkomst,
waarin een boete is opgenomen van 10 bij buitengewone
aflossing der leening vóór 7 October 1940.
De geldgeefster heeft zich bereid verklaard de rente voor
het restant der leening, zijnde per 1 Januari 1938 f96.508.—
te verlagen tot 33/4 °/o zonder toepassing van het boete
beding, zulks met ingang van 1 Januari 1938.
Daarnaast dient het boetebeding in de overeenkomst zoo
danig te worden gewijzigd, dat de Gemeente bij versterkte
aflossing vóór 1 Januari 1943 1 boete verschuldigd is over
de extra af te lossen bedragen.
Wij achten deze aanbieding aannemelijk, aangezien deze
renteverlaging voor de Gemeente geen kosten met zich brengt
gezien het feit, dat de leening nog een looptijd heeft van
28 jaren is een opneming van het boetebeding tot
1 Januari 1943 niet bezwaarlijk.
Wij stellen U daarom voor, te besluiten de rente van het
restant der leening ad. f 96.508.per 1 Januari 1938 te