No. 237.
2
door de vereenigingen zelve ook bezwaren had. Teneinde
de hieruit voortspruitende moeilijkheid op te schorten, is door
ons college aan verschillende vereenigingen uitstel van be
taling verleend van de over de contributie verschuldigde be
lasting. De vraag doet zich voor, of uitstel de oplossing der
moeilijkheid brengen kan.
Het tweede bezwaar door de vereeniging aangevoerd, n.l.
dat de contributies meer zijn te beschouwen tot instandhou
ding van het gebouw met toebehooren dan als vooruitbe
taalde entrées, is in zooverre te rectificeeren, dat de con
tributie wel als vooruitbetaald entrée te beschouwen blijft
voor dat deel, dat noodig zou zijn, als de vereeniging voor
hare voorstellingen een zaal zou moeten huren. Immers op
een andere wijze dienen de werkelijke totaal-kosten van een
voorstelling door de entrées, of deze nu contributie heeten
of niet, te worden gedekt.
Het is uiteraard mogelijk, dat de vereeniging wegens het
feit, dat zij haar outillage in eigendom heeft, duurder exploi-
teeren moet dan bij huur het geval zou zijn. Zonder daarover
nu een uitspraak te doen of van den Raad te vragen, is het
wellicht thans te overwegen, of een deel der contributie door
deze situatie wellicht niet als entreegeld beschouwd zou be
hoeven te worden.
Het argument der vereeniging, dat zij een nuttige functie
in de gemeente vervult, is niet voor bestrijding vatbaar. Het
is echter niet in te zien, dat daaruit in principe een bepaalde
verhouding ten aanzien van deze belastingheffing zou voort
vloeien. Wel denkbaar is een mogelijk practisch bezwaar,
dat de ontwikkeling, a fortiori de bestaansmogelijkheid eener
vereeniging door te hooge belastingheffing in gevaar zou ko
men. Ons college heeft op het oogenblik over dit bezwaar
geen uitgesproken oordeel.
Gezien een en ander is er naar onze meening echter aan
leiding om zonder iets van het principe, noch althans op
het oogenblik iets van de plannen prijs te geven, de zaak
der vermakelijkheidsbelasting in rustiger sfeer te bezien. Het
is inderdaad mogelijk, dat een ernstig onderzoek tot de slot
som voert, dat de verordening op enkele punten verbeterd
kan worden. Het lijkt ons daartoe het beste, de inwerking-