7 -
No. 15.
Art. 20.
Wanneer wijzigingen een onderwerp van beraadslaging
hebben uitgemaakt, wordt eerst over elk sub-amendement,
daarna over het amendement zelve en vervolgens over het
artikel, onderdeel of voorstel, waarop zij betrekking hebben,
gestemd.
Art. 21.
De voorzitter deelt den uitslag van een gehouden stemming
aan den. raad mede, met vermelding van het aantal der voor
en tegen uitgebrachte stemmen.
Art. 22.
Wanneer ingevolge art. 55 der Gemeentewet schriftelijk
moet worden gestemd, worden door den voorzitter twee
stemopnemers benoemd.
Hij doet de stembriefjes in een bus verzamelen. Elk briefje
wordt door hem geopend en voorgelezen, door een der stem
opnemers nagezien en door den andere benevens door den
secretaris opgeteekend.
Art. 23.
De voorzitter onderzoekt, of het aantal van de ingeleverde
briefjes gelijk is aan het aantal der leden, die ingevolge art. 19
verplicht zijn hun stem uit te brengen.
Zoo dit niet het geval is en de voorzitter van oordeel is,
dat het verschil van invloed kan zijn op den uitslag der ge
houden stemming, wordt een nieuwe stemming gehouden.
Ingeval door onzekerheid over den inhoud van een briefje
de uitslag van de stemming twijfelachtig wordt, wordt een
nieuwe stemming gehouden.
Art. 24.
Er hebben zoovele stemmingen plaats als er personen voor
te dragen, aan te bevelen of te benoemen zijn, tenzij de raad
van deze bepaling wenscht af te wijken.